Onbegrip na zelfdoding
De cijfers tonen enerzijds aan dat de pijlen van het VWS-beleid, die gericht zijn op suïcidepreventie, hun doel missen. Minister Schippers verlaagde de beleidsambitie van 5% naar minimaal 1% minder suïcides per jaar; deze gaat in nadat de huidige toename een halt is toegeroepen.
Anderzijds geven de cijfers geen blijk van de schrijnende situatie waarin zij die achterbleven zich bevinden nadat een van hun dierbaren zichzelf tekort deed.
Kwalitatief onderzoek
Sinds 1883 – uitgevers deed kwalitatief onderzoek onder meer dan 100 volwassen nabestaanden (18-75 jaar). 88 van hen verloren een familielid. Aan deze mensen werd gevraagd een brief te schrijven aan een hen onbekende lotgenoot, over hoe zij de zelfdoding met hun leven hebben verweven. Dit resulteerde onder andere in het boek ‘Leven met zelfdoding, 60 brieven van nabestaanden’.
Een kort overzicht van de resultaten:
Waarom?
De deelnemers aan het onderzoek worden gekweld door
- de waaromvraag (83%)
- schuldgevoel (78%)
- emoties als woede, teleurstelling of het gevoel in de steek gelaten te zijn (68%)
- de vraag ‘had ik iets moeten doen om de zelfdoding te voorkomen?’
- 28% van de deelnemers heeft het er na 3 jaar nog regelmatig moeilijk mee.
Hoe reageert de omgeving?
Het eerste jaar ervaart 61% van de respondenten vanuit de omgeving
- stilzwijgen
- ontwijkend gedrag
- vermijden van contact
- Twee derde van de deelnemers krijgt te maken met onbegrip en goedbedoeld maar ongevraagd advies van familie en vrienden. Een zelfde percentage antwoordt dat de omgeving nieuwsgierig was naar de manier waarop de zelfdoding plaatsvond, daarbij voorbij gaande aan het leven van de overledene. Tot slot kampte een aantal respondenten met veroordeling van de zelfdoding, de overledene of de nabestaanden.